SINT NICOLAASGA - De Zakenman stapt door de Vegelinbossen van Sint Nicolaasga. Durk Jelle Venema is ecologisch boswachter bij Staatsbosbeheer. De ecoloog leidt De Zakenman op persoonlijke titel rond. Ook vogelaar Henk Waterlander uit Sint Nicolaasga gaat mee. Hij vertelt over de vogels die in dit bos te zien zijn. Deel twee van de wandeling.
In het water drijft kikkerdril. Het zijn de nakomelingen van de bruine kikker. ,,Dy groeit no. De griene kikkert is de folgjende dy aaikes lizzen giet”, licht Venema toe. Henk Waterlander spot ondertussen een speciaal wezen: een gestreepte sok aan een tak. ,,Hiel, hiel seldsam”, lacht de vogelkenner.
We slaan af naar links en komen op een rustiger wandelpad. Het winterkoninkje geeft aan dat er gevaar is. Een luid repeterend tiktiktik moet andere vogels waarschuwen. Venema denkt dat er een sperwer in de buurt is. Even later vinden we het restant van een merel, dat het vermoeden bevestigd. Een citroenvlinder laat het verenboeltje links liggen en vliegt het bos verder in.
Het is nat in de greppels. De leemgrond ligt ondiep en houdt het water tegen. De Vegilinsbossen zijn net als het wandelbos van Wilhelmina-Oard voor boslandbouw gebruikt en ook hier zijn de rabatten nog goed te zien. De eik werd voor de productie van looizuur aangeplant. Toen het looizuur chemisch kon worden geproduceerd, werden de eiken voor die functie overbodig. In het bos wordt nog wel hout geoogst. Eigenaar jonkheer mr. Tjalling van Eysinga zorgt dat er zo onderhoud wordt gepleegd. De paden worden door een professionele partij vrij van takken en bomen gehouden.”
De redacteur van De Zakenman ziet een heksenbezem voor een vogelnest aan. De berk is blijkbaar ziek. De aangetaste boom maakt in een enkele tak een groot aantal zijtakjes. Een opvallend grote boom staat op de splitsing. De Amerikaanse eik heeft geen concurrentie of plaaggeesten in het bos en kan daardoor vrijuit groeien. ,,In hantsjefol ynsekten yt fan dizze beam. Kwa biodiversiteit docht de beam net folle.”
Venema stoort zich enorm aan de hondenpoepzakjes. ,,Hja nimme de muoite om de poep op te romjen, mar goaie it dêrnei mei pûdsje en al yn de boskjes. It plastic fersmoarget enoarm. Dit komt yn ús ecosysteem telânne.” Een houtduif landt op een tak. Venema wijst ons op de Koningsvaren. Het blad is helemaal bruin. Het blad sterft in de winter af, om in de lente weer opnieuw te beginnen. ,,Asto goed sjochst, sjochsto ûnderyn al nij grien opkommen.”
We vinden een schedel in de begroeiing. Venema laat De Zakenman eerst in het ongewisse. De fotograaf denkt dat het een vogel is, de journalist gaat voor een rat. Henk Waterlander weet het ook niet op het eerste gezicht. De schedel heeft een spitse snuit. De vier lange tanden zitten nog in de schedel vast. Het zijn de stifttanden achter de lange tanden die de oplossing van het raadsel geven. Het dier is een haas.
De Vegilinsbossen herbergen ook dassen. De dieren zijn in 1960 in het Rijsterbos uitgezet en tien jaar later hadden ze hun weg naar Sint Nyk gevonden. Durk Venema verklapt daarnaast een goed bewaard geheim: Sint Nyk heeft één van de twee Friese bevers. ,,De das libbet dan net yn dit bosk, mar wol yn de direkte omjouwing. Wêr kin ik net sizze, maar der binne fraatspoaren hjir tichtby fûn.”
De ecoloog raapt bij elke gelegenheid een kegel op. Hij blijft de zaden inspecteren op vraatschade. Maar helaas, sporen van de eekhoorn worden tijdens deze wandeling niet gevonden.
(Foto's: De Zakenman)