SINT NICOLAASGA – De krimp op het platteland zet de komende jaren door. Dat blijkt ook uit de prognoses voor het aantal basisschoolleerlingen in De Fryske Marren. Verwacht wordt dat de scholen in de gemeente op termijn duizend minder leerlingen hebben. Wat betekent dat voor de dorpen?
De scholen telden in 2014 nog 4752 leerlingen. Verschillende rekenmodellen brengen voor de gemeente in kaart wat er in de toekomst met dat aantal gebeurt. De verwachting is dat in De Fryske Marren het leerlingenaantal op termijn gaat dalen tot 3770. Een schrikbarende afname van bijna duizend leerlingen. Dit heeft grote gevolgen voor een aantal scholen, dat onder de gemeentelijke opheffingsnorm van 46 gaat duiken. De scholen in Sint Nyk, Langweer, Scharsterbrug en Ouwsterhaule zitten vooralsnog niet in de gevarenzone. Dat betekent niet dat de onderwijsinstellingen de gevolgen van de krimp niet zullen ondervinden. Vanwege de afname komen lokalen leeg te staan en dat moet worden voorkomen.
Het meest concrete voorbeeld is basisschool De Beuk in Sint Nicolaasga. In 2019 daalt het huidige aantal van 68 naar 49 leerlingen. Volgens de rekenmodellen in 2033 zelfs naar 41. Bij een stabiele krimp is het aantal van 48 leerlingen berekend. ,,Volgens de prognoses klopt het inderdaad dat De Beuk binnen een aantal jaren richting de gemeentelijke opheffingsnorm van 46 gaat”, legt een woordvoerder van gemeente uit. Dit betekent overigens niet dat het voorbestaan van de basisschool hierdoor direct in gevaar is. ,,De school blijft volgens de korte termijn prognose nog boven de gemeentelijke opheffingsnorm van 46 leerlingen. Het is aan het schoolbestuur om uit te zoeken wat er moet gebeuren als de school onder de gemeentelijke opheffingsnorm komt. De wettelijke opheffingsnorm van 23 leerlingen blijft de ondergrens. Komt een school hieronder, dan wordt de rijksbekostiging stopgezet.”
De cijfers van de gemeente zorgen voor de nodige reuring in Sint Nyk. Inwoners zijn bang dat ouders voor hun kinderen nu alvast een andere school kiezen, vanwege een mogelijke opheffing in de toekomst. ,,Het blijft een vrije keuze van ouders waar zij hun kinderen naar school laten gaan. Elke ouder maakt hierin een eigen afweging. De leerlingendaling is een ontwikkeling die al een aantal jaren gaande is. Als gevolg daarvan is het een logische ontwikkeling dat ouders wellicht ook andere keuzes gaan maken. Desalniettemin blijven het prognoses en weet je nooit precies hoe het er over vier jaar uitziet.”
Keuzes van de ouders zijn niet in de rekenmodellen meegenomen, legt de gemeentelijk woordvoerder uit. ,,Voor het berekenen van de prognoses op lange termijn wordt de ontwikkeling van de woningvoorraad van een gebied geanalyseerd en worden de nieuwbouwplannen geïnventariseerd. Ook is de omvang van de groep vrouwen tussen de 15 en 49 jaar en die van kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar geanalyseerd. In de lange termijn prognoses is geen rekening gehouden met toekomstige keuzes van ouders, omdat deze keuzes onbekend zijn.”
Opmerkelijk is de ontwikkeling van de leerlingenaantallen in Ouwsterhaule. Waar de inwoners rekening houden met een scenario van krimp, zou het aantal leerlingen van basisschool It Trijegeaster Honk zelfs licht toenemen. ,,De school in Ouwsterhaule haalt ook leerlingen uit Oldeouwer, wat dus als voedingsgebied meegenomen is, daarnaast zitten er uit overige dorpen nog dertien leerlingen op school. De deelname is daardoor boven de honderd procent en dat loopt zelfs op. De basisgeneratie in Ouwsterhaule en Oldeouwer is vanaf 2010 met vijftien toegenomen. Er wordt een beperkte afname verwacht, maar de terugloop op het aantal leerlingen uit die dorpen wordt gecompenseerd door de instroom van elders.”
De grote leerlingenkrimp is al een aantal jaren aan de gang. Schoolbesturen beginnen inmiddels de gevolgen te voelen, vooral op financieel gebied. ,,Veel scholen op het platteland in Friesland hebben last van leegstand in hun schoolgebouw. Teveel lege lokalen kunnen financiële knelpunten geven bij een schoolbestuur. De rijksvergoeding voor het in stand houden van een gebouw is namelijk niet op de omvang, maar op het daadwerkelijke leerlingenaantal gebaseerd. Staan er in een schoolgebouw lokalen leeg, dan moet het schoolbestuur zelf de bekostiging van onderhoud en exploitatie betalen.” Daarom wordt volgens de gemeente niet uitgesloten dat op termijn scholen gaan sluiten of worden samengevoegd. In een nog te ontwikkelen huisvestingsplan gaan gemeente en schoolbesturen naar goede oplossingen zoeken. ,,Leerlingenaantallen bepalen niet of een school open blijft. Een bestuur is verantwoordelijk voor een goed draaiende school met goed onderwijs. Dit wordt door meerdere factoren bepaald, bijvoorbeeld het docententeam, de vraag of de huisvesting wel aansluit op de manier van lesgeven, financiële mogelijkheden enzovoort.”