BOORNZWAAG – Boornzwaag is één van de startdorpen voor de warmtevisie van gemeente De Fryske Marren. De gemeente gaat hier samen met de inwonersinitiatieven en partners zoals de woningcorporaties en Liander werken aan Wijkuitvoeringsplannen. Samen onderzoeken zij verschillende duurzame warmtealternatieven.
In Boornzwaag zijn twee inwoners geïnteresseerd in aquathermie. Gemeente De Fryske Marren heeft samen met hen een studie laten uitvoeren naar de haalbaarheid van een collectief systeem. Aquathermie is mogelijk ook geschikt voor de rest van het dorp en de vakantiewoningen. De uitkomsten worden binnenkort aan de twee bewoners gepresenteerd. Daarna wordt gekeken wat de vervolgstappen zijn.
In het nationaal Klimaatakkoord is afgesproken dat de gebouwde omgeving in heel Nederland uiterlijk in 2050 aardgasvrij is en dat gemeenten hiervoor verantwoordelijk zijn. In gemeente De Fryske Marren staan ongeveer 23.500 woningen en 5.300 andere gebouwen. Bij elkaar verbruiken deze gebouwen 45,3 miljoen kuub aardgas.
De warmtetransitie moet iedereen haalbaar en betaalbaar zijn. ,,Iedereen in de samenleving moet mee kunnen doen, ook als je zelf het geld niet hebt om je huis aardgasvrij te maken”, zegt wethouder Frans Veltman, ,,Als overheid hebben we hier een belangrijke taak. Inwoners die niet de mogelijkheid hebben om te investeren willen we helpen met het energiezuinig maken van hun woning, zodat de energiekosten niet verder oplopen.” Via het energiebesparingproject Tûk Wenjen geeft de gemeente informatie over subsidiemogelijkheden en duurzaamheidsleningen waar inwoners gebruik van kunnen maken.
De warmtetransitie vindt niet van de één op de andere dag plaats. Communiceren, informeren en samenwerken met inwoners en ondernemers staan volgens de gemeente hierin centraal. In Balk, Boornzwaag, Elahuizen en Terherne zijn concrete inwonersinitiatieven. Daarom zijn deze dorpen de startdorpen. In tegenstelling tot Balk, Elahuizen en Terherne, is er in Boornzwaag (nog) geen sprake van een georganiseerde bewonersgroep.
(Foto: Gaswinning is in 2050 niet meer nodig/Archief De Zakenman)