LANGWEER - Het kopen en eten van een gebakken vis op de Stevenshoek in Langweer blijft ook in de toekomst mogelijk, zoals het nu lijkt. De eigenaar van een pand in de 'oude haven' ervaart overlast van de viskraam, maar de bezwaren zijn door de bezwarencommissie ongegrond verklaard. De gemeente mag daardoor de standplaatsvergunning in stand houden.
De viskraam staat al geruimte tijd op de plek. De vergunning voor de standplaats is in 1997 door de toenmalige gemeente Skarsterlân in het beleid opgenomen. De bezwaarmaker is ook al langere tijd niet gelukkig met het uitzicht en de geur van gebakken vis in zijn woning. Vorig jaar besloot hij om bezwaar te maken. De bezwarencommissie behandelde het geschil in december 2015.
De bezwaren zijn door de commissie ongegrond verklaard, waardoor de standplaatsvergunning gehandhaafd kan blijven. Toch werd gemeente De Fryske Marren wel op de vingers getikt. Zij had namelijk het besluit om een vergunning af te geven beter moeten motiveren. 'Volgens de commissie heeft uw college weliswaar de Beleidsregels standplaatsen vastgesteld, maar is niet aangetoond of daadwerkelijk aan genoemde artikelen is getoetst', staat in de motivering van het besluit. Door de gemeente aangeleverde stukken bleken niet voldoende. 'De commissie is van mening dat dit niet voldoende aantoont dat de criteria zoals genoemd in de Apv, voldoende zijn getoetst. Dit omdat ze niet in de vergunning genoemd worden'.
De 'tik op de vingers' betekent voor de gemeente dat zij in de toekomst bij aanvragen voor standplaatsen beter moet motiveren hoe het besluit is genomen. Voor de standplaats van de viskraam op de Stevenshoek heeft dit geen gevolgen. De bezwaarmaker heeft echter nog wel de mogelijkheid om in beroep te gaan en de gang naar de rechter te maken.
Lees ook: Uitstel uitspraak viskraamgeschil
(Archieffoto: Persbureau Noordoost)